Bijlage IV: Omgevingsagenda’s en Gebiedsagenda’s Grote Wateren
Omgevingsagenda's
Omgevingsagenda Landsdeel Oost (Overijssel en Gelderland)
Doel en korte omschrijving
Omgevingsagenda Oost is gestart als pilot om te verkennen hoe een Omgevingsagenda met maximale meerwaarde eruit kan komen te zien en hoe daartoe te komen. De opgedane lessen bij de totstandkoming van de Omgevingsagenda worden gebruikt door het Rijk bij het opstellen van Omgevingsagenda’s in de andere vier landsdelen.
Oost-Nederland is een sociaaleconomisch krachtig, vitaal en aantrekkelijk gebied. Oost-Nederland is onderdeel van de dynamische, innovatieve, en door kennis gedreven internationale netwerken en draagt hieraan bij vanuit onderscheidende kwaliteiten en kracht, zoals de sterke clusters op het gebied van Agro-Food, Health, High Tech, Logistiek en Cleantech. Rijk en regio hebben de ambitie de economische kracht en vitaliteit van Oost-Nederland te behouden, versterken en verduurzamen. Dit kan door de gestage economische en demografische groei in de stedelijke regio’s, en de kracht en specifieke kwaliteiten van Oost-Nederland, te benutten. En door grote transities te realiseren op het gebied van energie, klimaatbestendigheid, verduurzaming landelijk gebied en circulaire economie.
Scope
De acht omgevingsopgaven vormen de komende jaren de basis voor de Rijk-regio samenwerking. Deze zullen werken als een vliegwiel voor vernieuwing en bijdragen aan het toekomstperspectief van een concurrerend, aantrekkelijk en duurzaam Overijssel en Gelderland. Omgevingsopgaven zijn die opgaven waar agenda’s van Rijk en regio overlappen, meerdere transities of opgaven samenkomen, schaalniveaus verbonden moeten worden, en die het beste met een gebiedsgerichte aanpak kunnen worden opgepakt. De omgevingsopgaven komen voort uit de opgaven uit de NOVI en provinciale omgevingsvisies én vormen ‘een plus’ op de aanpak van deze (NOVI)opgaven in alle gebieden van Oost-Nederland via bestaande of nieuwe thematische trajecten, zoals de Regionale Energie Strategieën, klimaatadaptatieplannen, stedelijk groei en krimp, mobiliteitsprogramma’s, en dergelijke. In deze bijlage worden de acht omgevingsopgaven kort toegelicht. Iedere omgevingsopgave kent haar eigen dynamiek (fasering, concreetheid, prioriteiten, et cetera). Daar waar nu al kansen of dilemma’s liggen, zijn - boven op de lopende acties en trajecten - voor een aantal omgevingsopgaven aanvullende afspraken van regio en Rijk geformuleerd.
Omgevingsopgave 1: Netwerkkracht stedelijke regio’s en robuuste vervoerscorridors (NOVI-prioriteit 2)
Versterken van de bijdrage van Oost-Nederland aan de (inter-)nationale economie/concurrentiekracht van Nederland door versterken van de stedelijke regio’s en een goede verankering in de prioritaire (inter)nationale verbindingen en knopen. Daarbij inzet op meer vervoer over water, slimme en duurzame mobiliteit en maatregelen ter beperking van overlast van goederenvervoer op het spoor.
Omgevingsopgave 2: Innovatie groene Metropoolregio Arnhem, Nijmegen en Foodvalley (NOVI-prioriteiten 2 en 3)
Faciliteren van een forse stedelijke groei van de regio, met behoud van leefklimaat, bereikbaarheid en landschappelijke kwaliteiten. Daarnaast is ruimte nodig voor groei van bedrijvigheid en werkgelegenheid. Versterking van de inhoudelijke cross-overs tussen campus- en innovatieclusters op het gebied van Food, Health & High Tech en Energy is cruciaal voor het innovatieklimaat en de economische ontwikkeling van de regio.
Omgevingsopgave 3: Klimaatbestendige groeiregio Zwolle (NOVI-prioriteiten 1 en 3)
Het klimaatadaptief accommoderen van de forse stedelijke en economische groei van de regio, mét behoud van de kwaliteit van de leefomgeving en bereikbaarheid. Zo staat regio Zwolle onder andere voor de opgave om de grote regionale en (inter)nationale verkeersstromen te borgen en de bestaande infrastructuur beter te benutten.
Omgevingsopgave 4: Internationale en bereikbare technologische topregio Twente (NOVI-prioriteit 2)
Versterken van de economische topsectoren Tech, Med-tech en Energy door een hierbij passende aanpak voor duurzame verstedelijking, bereikbaarheid en grensoverschrijdende samenwerking in deze grensregio. Het benutten en verstevigen van de innovatiekracht van de regio vraagt om experimenteerruimte (fysieke ruimte en in regelgeving), goed bereikbare topwerklocaties en een duurzame aantrekkelijke leefomgeving.
Omgevingsopgave 5: Cleantech Regio: industrie, mens en leefomgeving in balans (NOVI-prioriteiten 1 en 3)
Benutten van de potenties van de regio om duurzaamheidsinnovaties op het gebied van circulaire economie en energietransitie op grote schaal toe te passen. Door inpassen en mogelijke versnelling en opschaling van de energietransitie, doorontwikkelen van circulair produceren, een transitie naar duurzame en slimme mobiliteit en het toekomstbestendig maken van het vestigingsklimaat.
Omgevingsopgave 6: Duurzame (transport)corridor rivierenland (NOVI-prioriteit 2)
Groeiende ruimteclaims van nationale opgaven in Rivierenland samen laten gaan met behoud en versterking van het - kwetsbare - internationaal bijzondere landschap en synergie realiseren met andere (regionale) opgaven. Tot de belangrijkste opgaven horen waterveiligheid, bevaarbaarheid, duurzame zoetwatervoorziening, verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, versterken van toeristische en recreatieve potenties en verduurzaming van het goederenvervoer.
Omgevingsopgave 7: Dynamische IJsselvallei en Twentekanalen (NOVI-prioriteit 1)
Het realiseren van een samenhangende ontwikkeling op het gebied van waterveiligheid, waterbeheer, klimaatadaptatie, natuur en waterkwaliteit, logistiek en scheepvaart. Met als uitdagingen het meebewegen met de natuurlijke dynamiek van het watersysteem en het benutten van de kracht van het cultureel erfgoed en het toeristisch-recreatief potentieel van de (Hanze)- steden en het ‘ommeland’.
Omgevingsopgave 8: Transitie landelijk gebied (en groene schatkamers) (NOVI-prioriteit 4)
Centrale opgave in het landelijk gebied is het vinden van balans of synergie tussen versterking van het verdienvermogen - onder andere in de agrarische sector en vrijetijdseconomie - en het behouden van een goede leefbaarheid en omgevingskwaliteit. Ontwikkelingen zoals klimaatverandering, digitalisering, circulaire economie en de veranderende bevolkingsomvang maken dat de bestaande opgaven in het landelijk gebied complexer worden.
Proces en afspraken
Na het definiëren van een gezamenlijk beeld van de acht omgevingsopgaven is een aantal van de opgaven uitgewerkt in ‘versnellingsweken’. Dat heeft geleid tot aanscherping en verbreding van die opgaven met een handelingsperspectief. Hiertoe zijn - naast de lopende programma’s - een aantal nieuwe afspraken geformuleerd tussen Rijk en regionale overheden en zijn verbindingen gelegd tussen lopende trajecten. Aanvullende afspraken tussen Rijk en regio zijn, bijvoorbeeld bij Arnhem, Nijmegen en Foodvalley en bij groeiregio Zwolle, dat Rijk en regio samen een proces starten van ontwerpend onderzoek om te komen tot een integrale verstedelijkingsstrategie voor wonen, werken en bereikbaarheid. Daarbij wordt ook getoetst op effecten wat betreft energietransitie, klimaatverandering, kwaliteit van de leefomgeving, bereikbaarheid, water, natuur, landschap, en dergelijke. De regio is trekker. Rijkspartners zijn de ministeries van BZK, IenW, EZK, LNV en OCW.
De eerste Omgevingsagenda Oost-Nederland is in juni van dit jaar in het bestuurlijk overleg met de regio met positief advies ontvangen en door- gestuurd ter vaststelling. De Omgevingsagenda Oost-Nederland is vastgesteld door de provincies Overijssel en Gelderland, de waterschappen in Oost-Nederland en het Rijk (Ministerraad). De agenda is dynamisch en adaptief en zal periodiek wordt aangepast op basis van trends, ontwikkelingen, nieuwe inzichten en voortgang van acties. Niet alle opgaven zijn nu al even ver uitgewerkt. Jaarlijks worden opgaven en afspraken - waar nodig - geactualiseerd. Periodiek zal een algehele herziening plaatsvinden, vooruitlopend op de NOVI en Omgevingswet. Daarbij stelt het Rijk - bij inwerkingtreding van de Omgevingswet - de Omgevingsagenda vast als onverplicht programma.
Betrokkenen
- Rijk: ministeries van BZK, LNV, IenW, EZK en OCW
- Regionale overheden: provincie Overijssel, provincie Gelderland en Waterschappen
- Regio: Cleantech, Foodvalley, Twente, Zwolle
- Gemeenten
- Maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijven
< Terug naar gebiedsgericht werken
Omgevingsagenda Landsdeel Noord (Groningen, Friesland en Drenthe)
Doel en korte omschrijving
Noord-Nederland is een gebied met een grote landschappelijke diversiteit. Van veenweide in Fryslân, de kleigebieden en de Waddenzee met Eems-Dollard in Noord-Fryslân en Noord-Groningen, de voormalige veengebieden in Oost-Groningen en Oost-Drenthe tot het Drents plateau met zijn beken en zandgronden. De kracht van de regio is de regionale samenhang, grensoverschrijdendheid, en gebouwd op historisch gedeelde en verdeelde ambities en belangen. Noord-Nederland is sterk in energie, life sciences & health, agrifood, water, groene chemie, ICT, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), logistiek, mobiliteit, toerisme en recreatie, en onderwijs. Om deze kracht te kunnen benutten zijn hoogwaardige verbindingen met andere agglomeraties belangrijk, zowel digitaal als fysiek over weg, water, spoor en door de lucht. Een integrale benadering biedt kansen om een impuls te geven aan de regionale economie en de ecologische kwaliteit. De focus van landsdeel Noord is om een hernieuwde samenwerking tot stand te brengen.
De Samenwerkingsorganisatie Noord-Nederland werkt aan een nieuwe samenwerkingsagenda en structuur. De Omgevingsagenda kan hierin een rol spelen.
Scope
Er is thematisch en landsdelig gewerkt aan vijf thema’s:
- Toekomstbestendig landelijk gebied;
- Ruimte voor energietransitie;
- Klimaatadaptief Noord-Nederland;
- Veilige, gezonde en bereikbare steden & regio’s;
- Versterken economisch groeipotentieel. Dit beeld wordt in een tussenproduct gegoten. Tezamen met een vervolgslag (identificeren van gebieden en systematisch beter in kaart brengen van samenhang tussen thema’s) vormt dit tussenproduct de ‘Contour Omgevingsagenda’.
De Contour Omgevingsagenda benoemt acht omgevingsopgaven:
- Druk op de ruimte in het landelijk gebied vraagt om gezamenlijke keuzes;
- Benutten van de brede effecten van de energietransitie;
- Economisch perspectief ten aanzien van kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw;
- Toekomstgerichte bereikbaarheid van Noord-Nederland;
- Versterken Stedelijk Netwerk Noord-Nederland;
- Toekomstkracht voor gebieden met bevolkingsdaling; en sociaaleconomische achterstand;
- Water als verbindende schakel in klimaatadaptieve maatregelen;
- Waarborgen van de omgevingskwaliteit.
Proces en afspraken
In eerste instantie is gewerkt aan het in beeld brengen van vigerend beleid, programma’s en onderliggende opgave. Na vaststelling van het Plan van Aanpak is gestart met de vormgeving van de eerste Contour Omgevingsagenda. Hiervoor zijn thematische bijeenkomsten en een integratiedag georganiseerd. Daarna is gewerkt aan een selectieproces van gebieden en het verder opstellen van de contour van de mgevingsagenda. In het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving juni 2020 stond bespreking van de Contour Omgevingsagenda centraal. De Contour Omgevingsagenda vormt de eerste stap naar een vastgestelde Omgevingsagenda Noord in 2021. Er is met het landsdeel afgesproken gezamenlijk verder te werken aan de Omgevingsagenda en te bekijken wat nodig is om de omgevingsopgaven verder te brengen. Daarbij kan binnen die agenda sprake zijn van maatwerk voor deelgebieden in Noord-Nederland. De ambitie is om voorjaar 2021 een concept Omgevingsagenda gereed te hebben.
Betrokkenen
- Rijk: ministeries van BZK, LNV, IenW, EZK en OCW
- Regionale overheden: provincie Groningen, provincie Drenthe, provincie Friesland en Waterschappen
- Lokale overheden: gemeente Leeuwarden, gemeente Assen, gemeente Emmen en gemeente Groningen
- Maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijven
< Terug naar gebiedsgericht werken
Omgevingsagenda Landsdeel Zuid (Brabant en Limburg)
Doel en korte omschrijving
Zuid-Nederland bestaat uit een polycentrisch netwerk van steden en dorpen, sterk verbonden met de Randstad en het buitenland (Vlaamse Ruit, Ruhrgebied). Een belangrijke kwaliteit is dat zowel in de steden als in de dorpen het groen altijd op korte afstand is. Binnen het stedelijke netwerk nemen de verschillen toe: Brainportregio Eindhoven en Greenport Venlo als top kennis- en innovatieregio’s, maar er is ook sprake van lichte krimp. Zuid-Nederland speelt een belangrijke rol op het gebied van agrifood, hightech, logistiek en industrie met een combinatie van onderzoeks- en kennisinstellingen, kennisintensieve bedrijven en hoogwaardige maakindustrie. De economie is concurrerend en internationaal georiënteerd. Dit is te danken aan een goede fysieke, digitale en grensoverschrijdende infrastructuur, een sterke kennis- en innovatiekracht in combinatie met aantrekkelijke steden en dorpen in een groene leefomgeving.
Scope
In landsdeel Zuid worden opgaven in beeld gebracht die bijdragen aan een aantrekkelijk, bereikbaar, concurrerend en duurzaam Brabant en Limburg. Vanuit overlappende opgaven en te ontwikkelen verbindende thematische strategieën worden acties en bestuurlijke afspraken gemaakt. Opgaven waar het hier om gaat zijn onder meer: waterkwaliteit en -kwantiteit, het samenvallen van diverse transities in het landelijk gebied en het accommoderen van verdere verstedelijking.
Proces en afspraken
Er is een interbestuurlijk kernteam, projectteam en directeurenoverleg Rijk-regio ingericht. Na vaststelling van het plan van aanpak is op basis van ambtelijke werk- en ontwerpsessies toegewerkt naar een eerste model Omgevingsagenda met contouren van verbindende thematische strategieën en enkele gerichte overlappende opgaven.
In het bestuurlijk overleg in juni 2020 is een eerste analyse van opgaven voor een aantrekkelijk, bereikbaar, concurrerend en duurzaam Brabant en Limburg besproken. Hierbij is van gedachten gewisseld over daar waar bestuurders een stapeling van opgaven zien en de aanpak van Rijk en regio meer samen willen brengen. Rijk en regio hebben vastgesteld dat een verdere uitwerking van opgaven noodzakelijk is in samenhang met lopende strategieën, programma’s, gebiedsgerichte aanpakken en de regionale Omgevingsagenda’s. Deze zullen in het najaar 2020 met de betrokken partijen in de regio worden verdiept, verrijkt en aangevuld. De eerste agenda zal in het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving in 2021 worden vastgesteld.
Betrokkenen
- Rijk: ministeries van BZK, LNV, IenW, EZK en OCW
- Regionale overheden: provincie Brabant, provincie Limburg en Waterschap Aa en Maas namens alle waterschappen in de twee provincies
- Gemeenten
- Regio: West-Brabant, Hart van Brabant, Noordoost Brabant, Zuidoost Brabant, Noord- Limburg, Midden-Limburg, Zuid-Limburg
- Maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijven
< Terug naar gebiedsgericht werken
Omgevingsagenda Landsdeel Zuidwest (Zeeland en Zuid-Holland)
Doel en korte omschrijving
Landsdeel Zuidwest, grotendeels onder zeeniveau gelegen, is een dichtbevolkte delta, gekenmerkt door veel dynamiek, met veel economische belangen maar ook een ecologische rijkdom. Aan de ene kant een internationaal transportknooppunt, met goederenstromen vanuit de havens en industrieclusters van Rotterdam en de North Sea Port, en producten vanuit de land- en tuinbouw die de hele wereld over gaan. Aan de andere kant karakteristieke landschappen: polders, veenweidegebieden, kustlandschappen en de delta. Waterrijke landschappen waar productie voor de wereldmarkt, hoge natuurlijke en recreatieve waarden en cultuurhistorische iconen samengaan. Bijzondere aandacht is nodig voor veranderingen in de bevolking door minder groei en krimp, vergrijzing, ontgroening en de toenemende trek naar de steden.
Scope
De Omgevingsagenda heeft zich in deze fase gericht op het in beeld brengen van de gebiedsgerichte en grensoverschrijdende opgaven voor Zeeland. Voor het in beeld brengen van de gebiedsgerichte opgaven voor Zeeland is de volgende aanpak toegepast:
- Voor landsdeel Zuidwest zijn op rijksniveau de belangrijkste opgaven en programma’s en projecten gedefinieerd en geanalyseerd. Deze opgaven zijn met Zeeland geconcretiseerd en aangevuld vanuit het traject van de Omgevingsvisie Zeeland en bestaand regionaal beleid in Zeeland. Op basis daarvan zijn zes thema’s gedefinieerd;
- Deze thema’s hebben het startpunt gevormd voor een ontwerpend onderzoek waarbij met experts de thema’s nader zijn geanalyseerd en met strategen uit de confrontatie van die thema’s drie gebiedsgerichte opgaven zijn geformuleerd;
- In het Breed Directeurenoverleg zijn de resultaten gedeeld en besproken. De directeuren zien het advies als kansrijke agenda en als opmaat voor gesprek voor de volgende fase.
De zes thema’s voor Zeeland zijn:
- Hoofdstructuur Landelijk Gebied vanuit de Ondergrond (natuur, landbouw en landschap);
- Hoofdstructuur Landelijk gebied in relatie tot de grote wateren;
- Sterke Steden en Regio’s: positionering steden;
- Kustzone: verbinding voordelta en koppen eilanden;
- North Sea Port District als sterk economisch grensoverschrijdend cluster;
- Vlaanderen en Zeeuws‐Vlaanderen als grensoverschrijdend vestigingsklimaat.
De gebiedsgerichte opgaven voor Zeeland richten zich op:
- North Sea Port District - Terneuzen: focusgebied North Sea Port District;
- Kust in de Delta: focusgebied Voordelta en kustzone van Schouwen-Duiveland en Walcheren;
- Transitie landelijk gebied in twee snelheden: focusgebied Walcheren en Noord-Beveland.
Proces en afspraken
Voor Zeeland zijn in het BO Leefomgeving drie gebiedsgerichte opgaven vastgesteld, waar in eerste instantie de samenwerking tussen Rijk en regio op zal wordt versterkt :
- North Sea Port District–Terneuzen: nu samen doorpakken en gecoördineerd uitvoeren;
- Kust in de Delta: investeren in een gedeeld beeld van de opgaven;
- Transitie landelijk gebied in twee snelheden: gebiedsgericht samenwerken als Rijk en regio.
Inzet is om North Sea Port District aan te wijzen als NOVI-gebied. Voor het landelijk gebied onderzoeken we of de uitwerking voor Zeeland een koplopergebied kan zijn in het kader van het National Programma Landelijk Gebied. Belangrijke uitwerkingspunten zijn grensoverschrijdende samenwerking met de federale overheid van België, de relatie met het Deltaprogramma, Goederencorridor Zuid (Rotterdam - Antwerpen) (in samenhang met die van Oost en Zuidoost) en Smart Mobility. De drie opgaven worden steeds bezien in samenhang met de zes thema’s.
Afgesproken is dat voor het BO MIRT in het najaar 2020 ook voor Zuid-Holland de opgaven in samenhang met de lopende bouwstenen in beeld worden gebracht.
Betrokkenen
- Rijk: ministeries van BZK, LNV, IenW, EZK en OCW
- Regionale overheden: provincie Zeeland, provincie Zuid-Holland en Waterschappen
- Gemeenten
- Regio: Vlaanderen en Oost-Vlaanderen
- Maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijven
< Terug naar gebiedsgericht werken
Omgevingsagenda Landsdeel Noordwest (Noord-Holland, Utrecht en Flevoland)
Doel en korte omschrijving
Landsdeel Noordwest wordt gekenmerkt door een hoge bevolkingsdynamiek, met een grote druk op de woningmarkt en de schaarse ruimte. De contrasten zijn groot: internationale economische toplocaties (zoals Schiphol), sterk groeiende regio’s en steden en uitgestrekte landelijke gebieden. De balans tussen economische groei en leefbaarheid is een centrale opgave. Het gaat om het slim verbinden van verstedelijking met de mobiliteits-, milieu-, klimaat- en energieopgave. Ingezet wordt op een groene, gezonde en slimme leefomgeving.
Scope
Rijk en regio werken nu al aan integrale gebiedsopgaven in veel gebieden in Noordwest. Voor het opstarten van de Omgevingsagenda Noordwest wordt in 2020 prioriteit gegeven aan lopende trajecten, zoals de verstedelijkingsstrategieën MRA en MRU, waarin een groot aantal gebiedsgerichte opgaven al worden opgepakt. Vanuit het ministerie van BZK is steun voor de NOVI-alliantie Noord-Holland bij het opstellen van een Regionale Investeringsagenda voor het gebied boven het Noordzeekanaal.
Proces en afspraken
Afgesproken is in 2020 te focussen op de lopende trajecten als onderdeel van de Omgevingsagenda en begin 2021 te starten met de verkenning van aanvullende gebiedsgerichte opgaven die mogelijk kunnen landen in de Omgevingsagenda. In het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving van voorjaar 2021 wordt vastgesteld welke aanvullende gebiedsgerichte opgaven een plek krijgen in de Omgevingsagenda. De Omgevingsagenda Noordwest zal in principe in het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving (najaar) 2021 worden vastgesteld.
Betrokkenen
- Rijk: ministeries van BZK, LNV, IenW, EZK en OCW
- Regionale overheden: provincie Noord-Holland, provincie Utrecht, provincie Flevoland en Waterschappen
- Regio: Metropoolregio Amsterdam en Metropoolregio Utrecht
- Lokale overheden: gemeente Amsterdam, gemeente Utrecht en andere gemeenten
- Maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijven
< Terug naar gebiedsgericht werken
Gebiedsagenda’s Grote Wateren
IJsselmeergebied
Doel en korte omschrijving
Het IJsselmeergebied is het grootste aaneengesloten zoetwatergebied van West-Europa. Het biedt Nederland een strategische zoetwaterbuffer voor drinkwater, landbouw en natuur. Voor het IJsselmeergebied is een aantal urgente opgaven opgesteld op het gebied van waterveiligheid, zoetwater, klimaatadaptatie, natuurontwikkeling, waterkwaliteit, energieproductie, visserij, toerisme, recreatie en verstedelijking. Het gebied wordt gekenmerkt door multifunctioneel ruimtegebruik en is van grote landschappelijke, cultuurhistorische en economische waarde.
De Agenda IJsselmeergebied 2050 beschrijft het gewenste toekomstperspectief voor het gebied en hoe betrokken partijen dit aan willen pakken. De Gebiedsagenda is het resultaat van een ruim twee jaar durend gebiedsproces met alle gebiedspartijen. De Gebiedsagenda beoogt vooral de samenwerking tussen alle betrokken partijen te verbeteren en nieuwe werkwijzen te ontwikkelen voor een meer integrale aanpak. Hierbij wordt gekeken naar de (ruimtelijke) samenhang van maatregelen en initiatieven op het vlak van waterbeheer, natuur, cultureel erfgoed, verstedelijking en economie (onder andere landbouw, visserij, recreatie, nautische sector, drinkwaterwinning, energiewinning). Het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied bewaakt de voortgang van de Gebiedsagenda. De Gebiedsagenda is daarmee een belangrijk bestuurlijk instrument voor integrale afwegingen over het IJsselmeergebied en levert inbreng voor de nieuwe omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten.
Scope
De Gebiedsagenda IJsselmeergebied richt zich allereerst op gebiedsbrede opgaven die uitstijgen boven het schaalniveau van afzonderlijke deelgebieden en overheden. Uitgangspunt is dat de uitwerking van deze opgaven bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van het IJsselmeergebied als geheel.
Het plangebied is niet strikt begrensd; het omvat in ieder geval het open water van het IJsselmeer, Markermeer/IJmeer en de Randmeren en de aangrenzende kustlandschappen. Afhankelijk van de opgave kan de invloedssfeer van de Gebiedsagenda IJsselmeergebied zich meer of minder ver uitstrekken naar het achterland.
Proces en afspraken
Op 17 mei 2018 heeft minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) mede namens vier collega-ministers (EZK, BZK, LNV, OCW) samen met ruim 50 bestuurders van het regionale netwerk de Agenda IJsselmeergebied getekend.
In december 2018 is de Uitvoerings-, kennis- en innovatieagenda 2019-2020 van de Agenda IJsselmeergebied 2050 uitgebracht. Dit is een tweejaarlijkse weergave van de vertaling van de gebiedsambities en principes naar concrete maatregelen, kennisvragen en investeringsbeslissingen. Het betreft acties die direct voortvloeien uit de Agenda IJsselmeergebied 2050 en uit afspraken van bestuurlijke tafels daaromheen.
Betrokkenen
Rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en burgers. Vertaling van de Agenda en uitvoering van de Uitvoerings-, kennis- en innovatieagenda 2019-2020 wordt aangestuurd vanuit het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied (BPIJ), dat reeds actief was in de periode 2010-2018 voor het onderdeel IJsselmeergebied van het Deltaprogramma.Het BPIJ wordt geadviseerd door het Regionaal Overlegorgaan IJsselmeergebied (ROIJ), bestaande uit maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven.
Vervolg
Elke twee jaar wordt geëvalueerd of de aanpak van Agenda IJsselmeergebied werkt en worden volgende Uitvoerings-, kennis- en innovatieagenda’s vastgesteld.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Zuidwestelijke Delta
Doel en korte omschrijving
De Zuidwestelijke Delta is dankzij de Deltawerken één van de meest veilige delta’s ter wereld. Maar er zijn ook schaduwkanten. Door de aanleg van keringen en dammen is de waterkwaliteit verslechterd en de unieke estuariene natuur aangetast. De Westerschelde is weliswaar behouden als estuarium, maar natuur en waterkwaliteit staan daar onder druk door bedijking, inpoldering, afvalwaterlozing, zandwinning en vaargeulverruiming. Door de verslechtering van waterkwaliteit en natuur worden kansen gemist voor de versterking van de (regionale) economische structuur.
De centrale opgave voor de Zuidwestelijke Delta is dan ook het duurzaam herstellen van het evenwicht tussen veiligheid, economie en ecologie. Het perspectief van integrale, klimaatrobuuste gebiedsontwikkeling, en het proactief betrekken van belanghebbenden, staan daarbij voorop. De Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta zorgt daarbij voor verbinding, samenhang en integraliteit.
Scope
De Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta verbindt voor de grote wateren in de Zuidwestelijke Delta zoveel mogelijk de streefbeelden en opgaven voor Deltaprogramma, ecologische kwaliteit (PAGW, KRW, KRM, Natura 2000) en regionale economie met elkaar. Daarbij wordt verbreding en samenhang gezocht met thema’s als circulaire economie, energietransitie en klimaatadaptatie.
Proces en afspraken
De Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta komt tot stand in co-creatie met regionale overheden, bedrijfsleven, milieu- en natuurorganisaties, kennisinstellingen en andere belanghebbenden en vormt inbreng voor de Omgevingsagenda Zuidwest Nederland. Het participatieproces voor de Gebiedsagenda heeft eind 2019 geleid tot een werkdocument (90%-versie van de Gebiedsagenda). Komende nazomer wordt nog een aantal regiobijeenkomsten gehouden. De resultaten daarvan worden betrokken bij het definitief maken van de Gebiedsagenda. Dat proces kan naar verwachting in het najaar worden voltooid. De formele vaststelling van de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta is voorzien in het BO MIRT najaar van 2020.
De Gebiedsagenda omvat een integraal langetermijnperspectief 2050 voor de ontwikkeling van de Zuidwestelijke Delta, een kennis- en innovatieprogramma en een oriënterende uitvoeringsagenda 2030.
Betrokkenen
Voor de totstandbrenging en verdere uitwerking van de Gebiedsagenda wordt gebruik gemaakt van de bestaande organisatiestructuur in de Zuidwestelijke Delta, zijnde het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta met daarin bestuurlijke vertegenwoordiging van provincies, waterschappen, en gemeenten, de Adviesgroep Zuidwestelijke Delta (belanghebbenden), en belanghebbenden die niet rechtstreeks zijn vertegenwoordigd in de Adviesgroep en kennisinstellingen.
Vervolg
Onder de paraplu van het gebiedsoverleg worden de handelingsperspectieven van de Gebiedsagenda met regio, belanghebbenden en kennisinstellingen verder vormgegeven en geconcretiseerd, onder meer in ontwerpateliers. Een belangrijk ijkmoment vormen de resultaten van de tweede herijking van het Deltaprogramma (Deltaprogramma 2027). Met het oog daarop is in de periode ook de eerstvolgende actualisatie van de Gebiedsagenda voorzien.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Waddenzee/Waddengebied
Doel en korte omschrijving
De Waddenzee is één van de belangrijkste en mooiste natuurgebieden van Nederland. De natuurwaarden en het unieke open landschap zijn van nationaal en internationaal belang. De Waddenzee heeft dan ook niet voor niets de status van Werelderfgoed. Tegelijkertijd leiden nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onder andere klimaatverandering, energietransitie, economische ontwikkeling en recreatie tot nieuwe opgaven en kansen.
De Agenda voor het Waddengebied 2050 moet gezien worden als een beleidskader dat zelfbindend is voor de organisaties die de Agenda via een instemmingsverklaring onderschrijven. Met de Agenda wordt de verbinding gelegd tussen de verschillende opgaven in het gebied. De hoofddoelstelling voor de Waddenzee, een duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap, is en blijft het rijksbeleid. Omdat de Waddenzee onderdeel is van het grotere Waddengebied, wordt ook het perspectief geschetst voor het Waddengebied, voor zover dat verband houdt met de hoofddoelstelling voor de Waddenzee.
Scope
De Agenda beschrijft het gezamenlijk langetermijnperspectief voor het Waddengebied 2050 en formuleert gezamenlijke doelen, handelingsprincipes en stappen richting uitvoeringsprogramma teneinde deze doelen te realiseren. Waar mogelijk en nodig worden keuzes voor beleid geformuleerd.
De Agenda richt zich op het Waddengebied: de Waddenzee, inclusief de Eems-Dollard, de Waddeneilanden, de Noordzeekustzone boven de eilanden en de vaste wal langs de Waddenzeekust van de provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen. Afhankelijk van de opgave strekt de beleidsmatige invloedssfeer van de agenda zich meer of minder ver uit.
Proces en afspraken
In juli 2020 is de ontwerp-Agenda aangeboden aan de Tweede Kamer. De ontwerp-Agenda bevat een doorkijk naar het Uitvoeringsprogramma Waddengebied. In het uitvoeringsprogramma krijgen strategieën een vertaling in acties voor de korte termijn (2021-2026), met daar waar zinvol en mogelijk een schets van het werk op middellange en lange termijn.
Betrokkenen
De Agenda is een gezamenlijke agenda van het Rijk, Waddenprovincies, eilandgemeenten en gemeenten langs de vaste-wal-kust, waterschappen, natuurorganisaties, visserijorganisaties, organisaties voor recreatie en toerisme, en de samenwerkende havens.
Het Bestuurlijk Overleg (BO) Waddengebied stuurt de vertaling van de Agenda en uitvoering van het uitvoeringsprogramma aan. Het Omgevingsberaad Waddengebied, bestaande uit maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven, adviseert het BO Waddengebied.
Vervolg
Zodra de Omgevingswet in werking treedt, vervalt de huidige Structuurvisie Waddenzee. Op nationaal niveau krijgt de Agenda doorwerking via het instrumentarium van de Omgevingswet. In de NOVI is de hoofddoelstelling voor het Waddengebied en de Waddenzee opgenomen. De ruimtelijke kaders uit de Agenda worden op nationaal niveau verankerd in het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Het streven is om de Agenda in het najaar 2020 vast te stellen. De Agenda heeft een looptijd van tien jaar. Vijf jaar na vaststelling vindt een evaluatie plaats. Het uitvoeringsprogramma is binnen een jaar na het definitief vaststellen van de Agenda gereed en wordt elke twee tot drie jaar bijgesteld.
< Terug naar gebiedsgericht werken