Bijlage V: Voorlopige NOVI-gebieden
Selectieproces
In de ontwerp-NOVI is het instrument NOVI-gebied genoemd. Tevens zijn gebieden opgeroepen om zich te melden wanneer ze van dit instrument gebruik willen maken.
In september 2018 is een interdepartementale werkgroep opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van de ministeries van BZK, LNV, OCW, EZK en IenW. Deze werkgroep heeft de selectieprocedure opgesteld en uitgevoerd.
De werkgroep heeft een aantal criteria uitgewerkt op basis waarvan gebieden geselecteerd zouden kunnen worden. Uitgewerkt is waaraan gebieden moeten voldoen om van het instrument gebruik te maken en de wijze van selecteren. In de selectie wordt beschreven welke gebieden zich gemeld hebben om van het instrument gebruik te maken en hoe ze al of niet aan de criteria voldoen. Dit heeft geleid tot acht voorlopige NOVI-gebieden.
Figuur: Totstandkoming selectie NOVI-gebieden
Essentieel is dat we met het instrument NOVI-gebieden iets toevoegen dat past bij de NOVI-prioriteiten en dat meerwaarde heeft en helpt om grote transities en ruimtelijke opgaven in het betreffende gebied waar te maken. Lopende trajecten moeten niet worden bemoeilijkt. Een extra zet in de rug kan soms wél op zijn plaats zijn.
Criteria
Om van een longlist naar een voorlopige shortlist en shortlist (de uiteindelijke selectie) te komen heeft het kabinet de volgende criteria gehanteerd:
- Inhoud:
- a. integraliteit van de opgave; relatie tot grote NOVI-transities;
- b. ‘context’ van de opgave (essentieel voor (brede welvaart van) Nederland/nationale belangen), omvang, impact;
- Noodzaak om verder te denken en te doen dan de bestaande kaders;
- Toegevoegde waarde ten opzichte van lopende trajecten (van Rijk en regio);
- Noodzaak gezamenlijk optrekken Rijk-regio;
- Schakel naar (eventueel zicht op) concrete uitvoering.
Aandachtspunten
Vervolgens heeft een nadere selectie plaatsgevonden op basis van een viertal aandachtspunten om daarmee te zorgen voor zowel inhoudelijke als geografische balans:
- Geografische balans/verdeling over Nederland (landsdelen/provincies);
- Verdeling over de verschillende NOVI-prioriteiten;
- Verdeling over departementen;
- Extra check op toegevoegde waarde aan lopende trajecten dan wel het voorkomen van onnodige dubbelingen.
Voorlopige NOVI-gebieden
Haven- en industriegebied/stad Rotterdam
Doel en korte omschrijving
Als één van de grootste haven- en industriecomplexen van Europa, voor een groot deel gericht op de overslag en verwerking van aardolie, moet het Rotterdams havencomplex invulling geven aan de energietransitie en steeds meer circulair produceren. Tegelijkertijd moet de Rotterdamse haven internationaal concurrerend blijven en werkgelegenheid in stand houden voor (direct en indirect) bijna 400.000 mensen. Daarbij heeft Rotterdam een grote woningbouwopgave en opgaven om de bereikbaarheid en de kwaliteit van de leefomgeving, in de stad en omgeving, te verbeteren. Het doel voor dit voorlopige NOVI-gebied is het versnellen en integreren van uiteenlopende initiatieven om de genoemde transities en behoud van het economisch belang van het Rotterdams havencomplex te realiseren. De (herijkte) Havenvisie 2030 (2019) van gemeente Rotterdam bevat daartoe een groot aantal handvatten. Belangrijke programma’s daarbij zijn onder andere het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, de Woondeal Zuidelijke Randstad en het Bereikbaarheidsprogramma Rotterdam - Den Haag.
Scope
Het gebied heeft drie inhoudelijke, fysieke ontwikkelingen als focus, die onderling ook met elkaar samenhangen:
- De energietransitie van het haven- en industriegebied in samenwerking met de regio;
- De milieugebruiksruimte van de haven in relatie tot woningbouwopgaven in de regio;
- De bereikbaarheid voor goederen en personen in de haven en richting het achterland.
De meerwaarde van de status van voorlopig NOVI-gebied:
- De gebiedsgerichte afstemming van initiatieven en ontwikkelingen;
- Versnelling van de benodigde besluitvorming, gericht op bijvoorbeeld de energietransitie van het haven- en industriegebied in relatie tot de directe omgeving;
- De mogelijkheid tot koppeling van financieringsbronnen c.q. extra financiële inzet.
Proces
Opstellen van een plan van aanpak om prioriteiten te bepalen en mogelijkheden van organisatie van de inzet van regio en Rijk te onderzoeken.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van IenW en EZK
Betrokkenen
Andere departementen, Port of Rotterdam, gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland, bedrijfsleven (vertegenwoordigd door Deltalinqs) en randgemeenten.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Amsterdam en Noordzeekanaalgebied
Doel en korte omschrijving
In en rond het Noordzeekanaalgebied (NZKG) groeit de vraag naar ruimte vanuit verschillende opgaven (circulaire economie, wonen, werken, groen, recreatie en energietransitie). De focus voor dit voorlopige NOVI-gebied ligt op voldoende ruimte bieden voor haven- en industriële activiteiten en de transities die daarin gemaakt moeten worden. Een grote pijler is de transitie naar een circulaire economie, die zal leiden tot een ander gebruik van grond en reststoffen en ook een andere behoefte voor op- en overslag van goederen in de havens.
De tweede grote pijler is de verduurzamingsopgave van de energie-intensieve industrie die zal leiden tot een veranderende en op onderdelen grotere vraag naar energie met bijbehorende infrastructuur. Vanwege de kansen voor aanlanding, opslag, doorvoer en verdeling van duurzame energie kan het NZKG ook een belangrijke rol spelen in de energietransitie voor de MRA. De circulaire opgave en verduurzamingsopgave vragen op zichzelf al om zorgvuldig om te gaan met de beschikbare ruimte in dit gebied. Maar ontwikkelingen in de omgeving van het NZKG claimen in toenemende mate ruimte, ook in het NZKG, waardoor het functioneren van industriële- en havenactiviteiten in het gedrang komt.
Scope
Verduurzaming industrie en haven, energietransitie, woningbouw en bereikbaarheid, circulaire economie, natuur en landschap, waterveiligheid zijn opgaven die in en rond dit gebied spelen waar al sprake is van beperkte ruimte.
De meerwaarde van de status van voorlopig NOVI-gebied is, dat er diverse opgaven lopen die een ruimtelijke invloed hebben op het gebied. Het NZKG is één van de gebieden waar de grootste ruimtedruk is. Daarbij moet het NZKG een circulaire transitie en een energietransitie doormaken. Dit zal betekenis hebben voor het ruimtebeslag van energie en op- en overslag, industriële en havenactiviteiten. Ook zal het consequenties hebben voor de grotere regio. Bovendien kan de ontwikkeling van het NZKG baat hebben bij keuzes die op hogere schaalniveaus worden gemaakt.
Proces
Opstellen van een plan van aanpak om prioriteiten te bepalen en mogelijkheden van organisatie van de inzet van regio en Rijk te onderzoeken.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van EZK en IenW
Betrokkenen
Andere departementen, Bestuursplatform NZKG.
< Terug naar gebiedsgericht werken
De Peel
Doel en korte omschrijving
Werken aan een nieuw gedragen perspectief op brede welvaart en aanpak waarin economie, ecologie en de kwaliteit van de leefomgeving weer met elkaar in balans zijn. Dit vraagt om transitie van productieprocessen in de landbouw en verschuivingen tussen sectoren met behoud van werkgelegenheid. Tevens is de opgave veranderende ruimteclaims te accommoderen door de omslag naar circulaire en natuurinclusieve landbouw (bijvoorbeeld intensieve teelten), veranderingen in mobiliteit, opwek van duurzame energie en aanpassing aan klimaatverandering (droogte en wateroverlast).
Scope
Grote vervlochtenheid van de opgaven landbouw, natuur, economie en leefomgeving. De Peel is vanwege zijn omvang, de intensiteit en aard van de problematiek van essentieel nationaal belang voor de omslag naar kringlooplandbouw en een duurzame voedselvoorziening.
De aanwijzing als voorlopig NOVI-gebied geeft brede erkenning en steun in de rug van de ingezette aanpakken van Rijk en regio. Via een brede verbindende aanpak kunnen deze worden versterkt vanuit een langjarig commitment gericht op ontwikkeling en bescherming van de leefomgeving van het gehele gebied.
Proces
Opstellen van een plan van aanpak om prioriteiten te bepalen en mogelijkheden van organisatie van de inzet van regio en Rijk te onderzoeken.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van LNV en IenW
Betrokkenen
Bestuurlijke en ambtelijke kopgroep De Peel met coördinerende vertegenwoordigers namens de vier regio’s: Noordoost-Brabant, Zuidoost- Brabant, Noord-Limburg, Midden-Limburg; twee waterschappen: Aa en Maas en Limburg; twee provincies: Noord-Brabant en Limburg; drie RES-regio’s: Noordoost Brabant, Metropoolregio Eindhoven, Noord- en Midden Limburg. Ook andere departementen participeren in lopende deelopgaven.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Het Groene Hart
Doel en korte omschrijving
De ruimte en kwaliteit van de leefomgeving van het Groene Hart staan onder druk door de verstedelijkingsbehoefte en daaraan gekoppelde mobiliteit in het gebied zelf, de noodzaak van vernatting om bodemdaling tegen te gaan, de daarbij komende noodzaak om andere manieren van landbouw te gaan bedrijven en de behoefte tot opwekken van duurzame energie. Gebiedsgerichte trajecten van Rijk en regio bestaan nu deels naast elkaar, terwijl er voor de lange termijn behoefte zou zijn aan een overkoepelende aanpak/ governance waarin alle ruimtelijke invloeden voor het gehele Groene Hart afgewogen worden. Met als doel de kwaliteit van de leefomgeving te versterken.
Scope
De integrale benadering van de opgaven en de ruimtelijk samenhangende uitvoering worden versterkt. De status van voorlopig NOVI-gebied maakt het vanzelfsprekend dat de opgaven onderling volgens de afwegingsprincipes uit de NOVI worden gewogen in de besluitvorming.
Proces
Gedragen besluitvorming (Rijk - regio - maatschappelijke partijen) kan de uitvoeringskracht versterken. Een Bestuurlijk Platform en de trekkende minister van BZK vormen de ruggengraat voor ruimtelijke afwegingen op de lange termijn, in nauwe samenwerking met vakbestuurders en ministers/directeuren indien dit aan de orde is in verband met sectorale inbreng. Dit wordt voor de korte termijn ingevuld in wisselwerking met de lopende trajecten zoals Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland en Regio Deal.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van BZK en LNV
Betrokkenen
Andere departementen, provincies, waterschappen, gemeenten in het gebied en maatschappelijke partijen.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Groningen
Doel en korte omschrijving
Er speelt veel in Groningen en specifiek in het aardbevingsgebied. Dat blijkt ook uit het aantal lopende samenwerkingstrajecten tussen Rijk en regio. Dit gebied krijgt (terecht) veel aandacht van Den Haag. Met name de grootschalige versterkingsoperatie, in combinatie met het uitvoeren van het Nationaal Programma Groningen en de schadeafhandeling, maakt dat de fysieke leefomgeving in de regio enorm gaat veranderen. Het is een regio in transitie. Iedereen die werkt of woont in deze regio gaat het merken. Extra aandacht vanuit het NOVI-gebied voor bestaande trajecten draagt bij aan de inhoudelijke kwaliteit van de toekomstplannen.
Scope
Creëren van een nieuw en aantrekkelijk toekomstperspectief voor Groningen met fysieke maatregelen. Bereikbaarheid, landschappelijke kwaliteit, aanlanding windenergie, datacenters, ontwikkeling zeehavens, als ook een sociaaleconomisch antwoord op bevolkingsdaling. Door de ingrijpende versterkingsoperatie moet ook het cultureel erfgoed snel worden verstevigd en verbouwd.
Het Rijk heeft een belangrijke rol als het gaat om de gevolgen van de gaswinning. Tegelijkertijd laten schade en versterken diepe sporen na in het Groningse landschap. Anderzijds biedt dit vele kansen voor het ruimtelijk beleid van provincie en gemeenten. Het gebied is ook wat betreft cultureel erfgoed van groot belang voor Nederland. Dit biedt kansen door dit integraal aan te pakken en te koppelen aan de verduurzaming, de energietransitie (Groningen is dé energieprovincie van Nederland), de krimpopgave en dergelijke.
Proces
Opstellen van een plan van aanpak om prioriteiten te bepalen en mogelijkheden van organisatie van de inzet van regio en Rijk te onderzoeken.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van BZK en EZK
Betrokkenen
Andere departementen, provincie Groningen en gemeenten.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Regio Zwolle
Doel en korte omschrijving
Het gebied kent een mix van steden, dorpen, rivierenlandschap, hoge droge zandgronden, veenweidegebieden en polders. Het betreft een regio die snel sterk groeit, waardoor de woningmarkt oververhit is geraakt en het mobiliteitssysteem onder druk komt te staan. Als gevolg van klimaatverandering en de ligging in een Delta loopt het watersysteem van de regio tegen grenzen aan. In de regio Zwolle is klimaatbestendige groei een hoofdopgave. De ambitie is om groeiregio Zwolle verder te ontwikkelen tot een blijvend aantrekkelijke, klimaatbestendige en economisch vitale regio.
Scope
Regio Zwolle, een gebied dat ligt in vier provincies en groter is dan Overijssel, telt circa 700.000 inwoners. In regionaal verband werken ondernemers, acht onderwijsinstellingen, 21 gemeenten en vier provincies in interactie met de omgeving samen. Klimaatadaptatie is duidelijk de hoofdopgave en dat vraagt om een integrale aanpak van de volgende opgaven:
- Demodelta in een veranderend klimaat;
- Groei: stad en land verweven;
- Fijnmazig netwerk als kans voor slimme mobiliteit.
Het economisch groeipotentieel van deze regio is in belangrijke mate afhankelijk van de wijze waarop wordt ingezet op regionale verbondenheid, (inter)nationale bereikbaarheid en de woningbouwopgave om de groei te accommoderen. Het koppelen van deze drie grote, complexe en urgente opgaven aan die van klimaatveranderingen en waterveiligheid draagt bij aan de brede welvaart van Nederland en aan duurzame oplossingen voor grote en complexe transitievraagstukken, zoals verwoord in de NOVI.
De meerwaarde betreft het realiseren van een integrale langjarige aanpak van Rijk en regio, versnelling van de aanpak van de (transitie) opgave en de (mogelijke) koppeling van fondsen. Ook de verschillende landschapstypen en bodemsoorten in dit gebied zijn een opgave, maar kunnen juist ook worden gebruikt om te komen tot passende en innovatieve oplossingen. De meerwaarde van de aanpak in dit voorlopige NOVI-gebied kan dus ook ten goede komen aan het landschap.
Proces
Opstellen van een plan van aanpak om prioriteiten te bepalen en mogelijkheden van organisatie van de inzet van regio en Rijk te onderzoeken.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van IenW en BZK
Betrokkenen
Andere departementen en regionaal samenwerkingsverband.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Zuid-Limburg
Doel en korte omschrijving
De opgaven zijn groot en de context is moeilijk. De huidige aanpak is gefragmenteerd. Een duurzame toekomst voor Zuid-Limburg met brede welvaartsgroei vraagt om meerjarige brede samenwerking tussen Rijk en (EU)regio, waarbij het verzilveren van (grensoverschrijdende) economische kansen, wegnemen van knelpunten in regel- geving en het wegwerken van achterstanden in de steden leidend zijn. Het gaat er om een nieuw perspectief te bieden (deuren te openen, samenwerking te organiseren) voor grensoverschrijdende ontwikkeling: versterking agglomeratievorming (verstedelijking, mobiliteit, (energie/ grondstoffen) infrastructuur, campussen, verduurzaming, landschap). Dit door vanuit een aanpak van de fysieke opgaven een impuls te geven aan het wegwerken van sociale- en gezondheidsachterstanden (onder andere ten gevolge van bevolkingskrimp, battle for talent en onderwijs) in samenhang met transformatie en verduurzaming stedelijk en industrieel gebied (Chemelot).
Scope
Op het gebied van kansen, gezondheid, welvaart, welzijn en leefkwaliteit zijn binnen Zuid-Limburg sterke ruimtelijke verschillen. Veel wijken kampen - veelal intergenerationeel - met grote sociaaleconomische achterstanden en gezondheidsachterstanden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit terwijl het gebied als geheel - mede door zijn ligging in de Euregio - grote potentie heeft voor brede welvaart. Dit vraagt daarom om een samenhangende aanpak op Zuid-Limburgse schaal, via een integrale gebiedsgerichte aanpak gericht op versterken van de agglomeratiekracht (vanuit een grensoverschrijdend perspectief), transformatie en verduurzaming van stedelijk gebied en industrie (Chemelot) met behoud en ontwikkeling van landschapswaarden.
De aanwijzing als voorlopig NOVI-gebied biedt een belangrijke meerwaarde omdat het extra bestuurs- en uitvoeringskracht creëert op het niveau van Zuid-Limburg en de Euregio. Met deze versterking van de governance kunnen de aanpakken voor verduurzaming van de industrie en economie, stedelijke transformatie en versterking van het landschap elkaar daadwerkelijk gaan versterken, met optimale benutting van grensoverschrijdende kansen.
Proces
Opstellen van een plan van aanpak om prioriteiten te bepalen en mogelijkheden van organisatie van de inzet van regio en Rijk te onderzoeken.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van BZK en EZK
Betrokkenen
Andere departementen, de provincie, gemeenten, regio Parkstad, waterschap, Euregio gemeenten.
< Terug naar gebiedsgericht werken
Zeeuws-Vlaamse kustzone
Doel en korte omschrijving
Grensoverschrijdende samenwerking op het vlak van duurzame economische ontwikkeling van het haven-industrieel complex van de North Sea Port, in het bijzonder de Kanaalzone Gent-Terneuzen. En daaraan gekoppeld de aanpak van de bevolkingsdaling door een grensoverschrijdende ontwikkeling van Zeeuws- Vlaanderen als onderdeel van de agglomeratie van Gent. Oplossen van grensoverschrijdende knelpunten in wet- en regelgeving.
Scope
In het North Sea Port District komen opgaven samen, zoals de verduurzaming van de industrie, ruimte voor duurzame energie-opwek, de aanlanding van wind op zee en het slim benutten van restwarmte (afkomstig van industrie). De benodigde energie-hoofdinfrastructuur van de haven naar land en het buisleidingennetwerk voor reststromen zijn noodzakelijke voorwaarden. Verbetering van de spoorverbinding Gent-Terneuzen is nodig. Het havenbedrijf en de bedrijven in het havengebied werken al ‘grensontkennend’, alleen worden zij bij de uitvoering nog vaak met de verschillen als gevolg van die landgrens geconfronteerd (bijvoorbeeld belastingen, sociale zekerheid, infrastructuurvergunningen en transport van afval). Het is nodig om de bestuurlijke armslag op nationaal niveau te versterken om een samenhangend ontwikkelingsperspectief mogelijk te maken van Zeeuws- Vlaanderen en Vlaanderen.
De meerwaarde van de status van NOVI-gebied is, dat er momentum is om in te zetten op een samenhangende grensoverschrijdende samenwerking. Een samenwerking die de realisatiekracht ten goede komt en een bijdrage kan leveren aan het versterken van de nationale economie en de brede welvaart van Zeeland. De uitdaging is om (met name) aan rijkszijde te verbreden en beter af te stemmen en er echt een gezamenlijke langetermijnvisie van te maken.
Proces
Opstellen van een plan van aanpak om prioriteiten te bepalen en mogelijkheden van organisatie van de inzet van regio en Rijk te onderzoeken.
Verantwoordelijke departementen
Ministeries van IenW en BZK
Betrokkenen
Andere departementen, de provincies Oost-Vlaanderen en Zeeland en de gemeenten.
< Terug naar gebiedsgericht werken