We werken als één overheid, samen met de samenleving
> Samenleving
> Medeoverheden
> Rijk en Rijksuitvoeringsorganisaties
> Internationaal
De uitvoering van de NOVI kan alleen vorm krijgen als we het samen doen en als ieder vanuit de eigen positie en verantwoordelijkheid een bijdrage levert aan de integrale opgaven. Een goede samenwerking tussen alle betrokkenen is essentieel; tussen overheid en samenleving, tussen Rijk en medeoverheden en binnen het Rijk (tussen departementen).
Samenleving
Bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, initiatiefnemers en burgers zijn cruciaal bij het realiseren van de ambities om in Nederland een veilige en gezonde leefomgeving te realiseren. Vele partijen en initiatiefnemers zijn daar op verschillende manieren, plaatsen en schaalniveaus ook al druk doende mee bezig. Van bijvoorbeeld initiatieven voor zelfbouw en wooncoöperaties tot de NOVI-alliantie voor regionale investeringsagenda’s. De NOVI zal waar mogelijk en gewenst aansluiting zoeken bij deze initiatieven en andersom kan uiteraard ook.
We betrekken maatschappelijke partijen actief bij de Omgevingsagenda’s, in de NOVI-gebieden en de NOVI-programma’s. Ze werken mee aan de vormgeving en bij de uitvoering hiervan. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om partijen die het verschil kunnen maken door hun kennis, kunde, of investeringsmogelijkheden. Het meewerken wordt door het Rijk gefaciliteerd. Als onderdeel van het kennis- en innovatieprogramma richt het Rijk een denktank op die gevraagd en ongevraagd adviezen geeft over beleid voor onze toekomstige leefomgeving.
Als basis voor het initiatieven ontwikkelen, meewerken en meedenken is een informeel, dynamisch NOVI-netwerk onontbeerlijk. Het is van belang dat de deelnemers aan dit netwerk de thematische breedte van de NOVI vertegenwoordigen. Naast actieve betrokkenheid bij de uitvoering van de NOVI kan een dergelijk netwerk ook tot soms onverwachte kruisverbanden, inzicht in de samenhang tussen instrumenten en nieuwe samenwerkingsrelaties tussen partijen onderling leiden. Het ministerie van BZK faciliteert het netwerk en jaarlijks organiseren we gezamenlijk met betrokken departementen een aantal (net)werksessies. Tevens koppelen we het NOVI-netwerk aan de NOVI-conferentie, zowel wat betreft invulling (van een deel) van de conferentie dan wel als ontmoetingsmoment.
Participatie is een belangrijke pijler onder de Omgevingswet. Participatie komt terug onder alle instrumenten die onder de Omgevingswet vallen en daarmee ook ten aanzien van de NOVI en de Uitvoeringsagenda. De Omgevingswet stimuleert vroegtijdige participatie om tijdig belangen, meningen en creativiteit op tafel te krijgen. Daarom zijn in de Omgevingswet en in het Omgevingsbesluit regels over participatie opgenomen.[1]
Medeoverheden
Om de samenwerking te bekrachtigen, maken de medeoverheden en het Rijk interbestuurlijke samenwerkingsafspraken. Als basis hiervoor hanteren de vier overheden (Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten) gelijkwaardig partnerschap.
In deze Samenwerkingsafspraken onderschrijven medeoverheden de integrale aanpak, de doelen, ambities, opgaven, de nationale belangen en prioriteiten van de NOVI. Ook de regierol van het Rijk wordt hierin nader beschreven, onder andere door heldere spelregels met elkaar af te spreken. Het Rijk committeert zich aan ‘werken als één Rijksoverheid’. Tevens wordt aangegeven dat alle overheden gaan werken met de afwegingsprincipes en de voorkeursvolgordes uit de NOVI. Hiervoor vormen ook de richtinggevende keuzes uit hoofdstuk 4 van de NOVI belangrijke uitgangspunten. Hoe en in welke processen de verschillende overheden samen aan de uitvoering van de NOVI werken is eveneens onderdeel van de Samenwerkingsafspraken. Ook is opgenomen dat elke partij aan de bel kan trekken, wanneer niet volgens de principes van integrale, gebiedsgerichte gelijkwaardige samenwerking wordt gewerkt. Sommige programma’s, bijvoorbeeld het programma Natuur en de realisatie van de Bossenstrategie, zijn gezamenlijke programma’s van Rijk en provincies.
De formele voortgang van de interbestuurlijke samenwerking en de voortgang van de NOVI (inclusief Omgevingsagenda’s en NOVI-gebieden), komen aan de orde in bestuurlijk overleg op nationaal niveau tussen de koepels van medeoverheden en het Rijk, en in het bestuurlijke overleg in de afzonderlijke landsdelen. Daarnaast is uiteraard ook ruimte voor thematische en gebiedspecifieke overleggen. Met betrekking tot het cyclisch proces van de NOVI maken we gebruik van de jaarlijkse NOVI-conferentie en de tweejaarlijkse monitor. De jaarlijkse NOVI-conferentie vormt een moment om stil te staan bij en gezamenlijk te bekijken hoe de samenwerking verloopt tussen de verschillende overheden en waar eventueel aanpassing nodig is. Tweejaarlijks worden hier ook de resultaten van de monitor bij betrokken.
Rijk en Rijksuitvoeringsorganisaties
De betrokken ministers dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de NOVI en deze Uitvoeringsagenda, zonder te tornen aan de ministeriële verantwoordelijkheden van de bewindspersonen. De minister van BZK is verantwoordelijk voor de samenwerking en afstemming daar waar plannen en voornemens uit het rijksbeleid voor de leefomgeving elkaar raken, aanvullen of schuren. Daartoe zijn interdepartementale overleggremia ingericht.
De Rijksuitvoeringsorganisaties (Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Rijksvastgoedbedrijf, ProRail, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Staatsbosbeheer) werken in opdracht van de verantwoordelijke overheden aan de uitvoering van beleid, (gebiedsgerichte) opgaven en projecten in de fysieke leefomgeving. Zij zullen ook uitvoering gaan geven aan de opgaven die voortvloeien uit de NOVI.
Het sturen op een integrale benadering van uitvoeringsprojecten in de fysieke leefomgeving moet het uitgangspunt zijn voor zowel de uitvoeringsorganisaties als de opdrachtgevende partijen. Integrale opdrachten worden interdepartementaal door beleid afgestemd. De opdrachtverlening aan de uitvoeringsorganisaties vindt vervolgens via de bestaande sturingsrelaties plaats. Dit vraagt om een goed georganiseerde governance.
Bij de uitvoering van de integrale en gebiedsgerichte opgaven werken de uitvoeringsorganisaties samen met beleidsdepartementen, medeoverheden, bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en burgers. De organisaties werken reeds aan een aantal gebiedsgerichte en thematische opgaven zoals de Regionale Energie Strategieën (RES’en). De opgedane kennis en ervaring van deze projecten en opgaven zullen worden gebruikt voor de integrale en gebiedsgerichte opgaven die voortvloeien uit de NOVI.
Internationaal
Voor een goede doorwerking en uitvoering van de NOVI speelt ook het internationaal perspectief een belangrijke rol. Het Rijk stuurt met regionale partners op prioritaire opgaven die spelen op nationaal niveau en in de samenwerking bij ruimtelijke grensoverschrijdende vraagstukken. Concreet wordt dat opgepakt in programma’s, Omgevingsagenda’s en NOVI-gebieden.
< Terug naar het menu
< Terug naar uitvoeringsagenda